Het verhaal achter het verhaal
Alles begint met een verhaal. Misschien om iets te begrijpen wat te groot is. Of om woorden te geven aan wat stil bleef. Het pad van de achterblijver ontstond uit gesprekken met studenten die iemand verloren aan suïcide. Negen ontmoetingen. Twaalf hoofdstukken. Eén gedeelde zoektocht naar taal voor verdriet.Het zijn fictieve verhalen, maar ze ademen het echte leven.Over hoe het voelt om achter te blijven terwijl de wereld gewoon doorgaat. Over vriendschap, schuld, stilte en de kracht van verbinding. Want soms is schrijven niet alleen een manier om te herinneren, maar ook om te begrijpen. En om samen iets zachter te maken wat anders te zwaar zou zijn.
met zachtheid - met openheid
-
met zachtheid - met openheid -
Van gedachteboek tot verhalenbundel
Tijdens mijn studietijd verloor ik, Jasmijn, kort na elkaar twee studiegenoten door suïcide. Om woorden te geven aan dit verlies begon ik met schrijven in mijn ‘gedachtenboek’. Schrijven bood voor mij een manier om mij begrepen te voelen. Toen ik de master Organisaties, Verandering en Management aan de Universiteit Utrecht volgde, groeide het besef dat storytelling niet alleen persoonlijk helend kan zijn, maar ook een plaats kan hebben binnen de wetenschap.
Vanuit deze ervaring besloot ik te onderzoeken: Hoe ervaren studenten rouw tijdens hun studietijd wanneer zij een leeftijds- of studiegenoot door suïcide verliezen? Om daar zicht op te krijgen sprak ik met negen studenten, ieder drie keer. Vaak gebeurde dat tijdens wandelingen, om de gesprekken letterlijk open en luchtig te houden. Hun woorden vulde ik aan met fragmenten uit mijn eigen gedachtenboek.
Uit de analyse kwamen drie bevindingen naar voren: studenten zoeken naar ruimte om hun rouw te ervaren, zij balanceren voortdurend tussen het ‘gewone’ studentenbestaan en de innerlijke wereld van verlies en het delen van verdriet blijkt vaak lastig door stigma en gebrek aan erkenning. Om deze ervaringen te begrijpen, bracht ik drie theoretische invalshoeken samen: disenfranchised grief – rouw die niet erkend wordt (Doka, 1999) –, het ruimtelijk model van Maddrell (2016) en het twee werelden-model van Sheehan en collega’s (2016). Deze kaders maken zichtbaar hoe rouw onder studenten vaak sociaal onzichtbaar blijft én hoe zij steeds schakelen tussen plekken, werelden en rollen waarin al dan niet ruimte is voor verdriet.
De uitkomst is de fictieve verhalenbundel Het pad van de achterblijver. Ik koos bewust voor fiction-based storytelling: een manier van schrijven die onderzoek vertaalt in verhalende vorm. Door ervaringen te verweven tot fictieve personages en collectieve narratieven, ontstaat ruimte voor herkenning en empathie, zonder de privacy van deelnemers aan te tasten. Waar cijfers en theorie, of (auto-)biografie soms afstand scheppen, nodigt een fictief verhaal uit tot nabijheid. Zo wordt wetenschap niet alleen een manier om te analyseren, maar ook een manier om te verbinden en te voelen. Met zachtheid. Met openheid.
Voor wie interesse heeft in de wetenschappelijke verdieping achter dit boek, vind je hier het onderzoeksdocument dat de theoretische achtergrond beschrijft.